Algemene Voorwaarden De Vereniging van Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland (VPN-Voorwaarden 2022)

Algemene Voorwaarden De Vereniging van Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland (VPN-Voorwaarden 2022)

De Vereniging van Potgrond- en Substraatfabrikanten, statutair gevestigd te ’s-Gravenzande (gemeente Westland), heeft de Algemene voorwaarden versie 2022, gedeponeerd op 27 december 2022 ter griffie van de Rechtbank Den Haag onder nummer 2022/37. Tevens zijn de Algemene voorwaarden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder KvK-nummer 40397216.

ARTIKEL 1 – ALGEMEEN

1.1 Onder “Substraatfabrikant” wordt in deze Algemene Voorwaarden verstaan de leden van de Vereniging van Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland. (Of een Substraatfabrikant lid is van deze vereniging kan kosteloos worden bevestigd door de vereniging zelf.) De vereniging is statutair gevestigd te ’s-Gravenzande (gemeente Westland) en ingeschreven in het handelsregister onder 40397216.

1.2 Onder “Wederpartij” wordt in deze Algemene Voorwaarden verstaan de partij met wie de Substraatfabrikant een rechtsbetrekking aangaat.

1.3 Onder “Opdracht” wordt in deze Algemene Voorwaarden verstaan het feit dat een Wederpartij na het vragen van een prijsopgave opdracht geeft tot levering van substraat danwel andere producten en diensten, inclusief eventueel – al dan niet kostenloos – advies.

1.4 Onder “Algemene Voorwaarden” wordt verstaan de meest recente en gedeponeerde Algemene Voorwaarden van De Vereniging van Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland, statutair gevestigd te ’s-Gravenzande (gemeente Westland).

ARTIKEL 2 – ALGEMEEN / TOEPASSING

2.1 Toepasselijkheid van de door de Wederpartij gehanteerde Algemene Voorwaarden dan wel andere voorwaarden wordt uitdrukkelijk van de hand gewezen.

2.2 Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsbetrekkingen, waarbij de Substraatfabrikanten als (potentieel) verkoper en/ of leverancier van zaken en/ of diensten optreedt. De Substraatfabrikant richt zich voornamelijk op verkoop van substraten. Niettemin maken deze Algemene Voorwaarden ook deel uit van iedere rechtsbetrekking die geheel of gedeeltelijk ziet op dienstverlening door de Substraatfabrikant.

2.3 Van deze Algemene Voorwaarden kan slechts worden afgeweken, indien zulks schriftelijk door beide partijen wordt vastgelegd dan wel door de Substraatfabrikant schriftelijk wordt bevestigd.

ARTIKEL 3 –TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Indien de Wederpartij een Opdracht plaatst komt de overeenkomst eerst tot stand, doordat de Substraatfabrikant deze schriftelijk aanvaardt dan wel onmiskenbaar een begin met de uitvoering daarvan maakt.

ARTIKEL 4 – AANVULLING OVEREENKOMST

Wanneer de Wederpartij wijzigingen wenst aan te brengen in het overeengekomene – welk verzoek daartoe uitsluitend schriftelijk dient te geschieden – zal de Substraatfabrikant slechts gehouden zijn daaraan mee te werken, wanneer zulks in redelijkheid uitvoerbaar is en onder gehoudenheid van de Wederpartij de uit die wijziging voortvloeiende extra kosten voor haar rekening te nemen.

ARTIKEL 5 – PRIJZEN

5.1 Alle prijzen zijn – behoudens indien schriftelijk anders is overeengekomen – af magazijn dan wel indien zulks van toepassing is, af opslagplaats. Daarbij zijn alle prijzen exclusief B.T.W.

5.2 Ten tijde van het sluiten van een overeenkomst niet reeds bekende toekomstige wijzigingen in arbeidslonen, transportkosten, kostprijzen van grondstoffen of materialen en/of de valutakoerswijzigingen, die betrekking hebben op de overeengekomen prestatie, geven de Substraatfabrikant het recht deze zonder meer door te berekenen. Doorberekening binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst geeft de Wederpartij het recht de overeenkomst op die grond te ontbinden, door middel van een schriftelijke mededeling daarvan aan de Substraatfabrikant.

ARTIKEL 6 – AFLEVERING / LEVERTIJD

6.1 Met de Substraatfabrikant overeengekomen levertijden gelden als indicatie en niet als fatale termijn. Bij niet-tijdige aflevering dient de Wederpartij de Substraatfabrikant derhalve schriftelijk in gebreke te stellen.

6.2 Aflevering geschiedt – behoudens indien schriftelijk anders is overeengekomen – af magazijn dan wel indien zulks van toepassing is, af opslagplaats.

6.3 De Substraatfabrikant bepaalt indien zij het vervoer regelt de wijze van vervoer en de verzekering tijdens vervoer, welke beide afzonderlijk aan de Wederpartij kunnen worden doorberekend. Vervoer geschiedt voor risico van de Wederpartij.

6.4 De Substraatfabrikant is gerechtigd de door hem verschuldigde prestatie(s) in gedeelten na te komen, tenzij dit uitdrukkelijk in strijd is met schriftelijk gemaakte afspraken met de Wederpartij.

6.5 De Wederpartij is verplicht de gekochte zaken af te nemen op het moment waarop deze aan hem worden afgeleverd. Indien de Wederpartij de afname weigert of nalatig is met het verstrekken van informatie of instructies, noodzakelijk voor de levering, zullen de zaken worden opgeslagen voor risico van de Wederpartij. De Wederpartij zal in dat geval alle aanvullende kosten, waaronder in ieder geval opslagkosten en vervoerskosten, verschuldigd zijn.

ARTIKEL 7 – BETALING

7.1 Facturen van de Substraatfabrikant dienen vóór de op de factuur vermelde vervaldatum voldaan te worden op de door de Substraatfabrikant aan te geven wijze. De betaling dient te geschieden effectief in de overeengekomen valuta. De Wederpartij is niet bevoegd op de te betalen facturen enig bedrag wegens een door haar gestelde tegenvordering in mindering te brengen / te verrekenen. De Wederpartij is tevens niet bevoegd de nakoming van haar betalingsverplichting op te schorten, in geval van een door haar bij de Substraatfabrikant ingediende klacht over de geleverde producten, tenzij de Substraatfabrikant in ruil voor een zekerheidsstelling uitdrukkelijk met opschorting akkoord gaat.

7.2 In geval van niet-tijdige betaling worden alle betalingsverplichtingen van de Wederpartij, ongeacht of de Substraatfabrikant ter zake reeds heeft gefactureerd, terstond opeisbaar. De Substraatfabrikant zal de Wederpartij daarvan in het geval de Substraatfabrikant zich op deze bepaling beroept schriftelijk op de hoogte stellen en een passende factuur sturen. De Substraatfabrikant heeft dan o.a. recht op opschorting van zijn leveringsverplichting en/of kan voldoende zekerheid verlangen als bedoeld in artikel 9 van deze Algemene voorwaarden dan wel heeft het recht om de overeenkomst – al dan niet – gedeeltelijk te ontbinden als bedoeld in artikel 13 van deze Algemene voorwaarden.

7.3 In geval van niet-tijdige betaling is de Wederpartij een rente verschuldigd ten bedrage van de wettelijke handelsrente.

7.4 Indien de Wederpartij niet of niet tijdig één van zijn verplichtingen nakomt, dan komen, naast de overeengekomen prijs en kosten, alle kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte voor rekening van de Wederpartij, waaronder ook vallen de kosten voor het opstellen en verzenden van aanmaningen, het doen van een schikkingsvoorstel en het inwinnen van inlichtingen. De berekening van de buitengerechtelijke kosten vindt volgens de staffel Buitengerechtelijke incassokosten (BIK) plaats. Indien Substraatfabrikant aantoont hogere kosten te hebben gemaakt, komen ook deze voor vergoeding in aanmerking.

7.5 Indien de Substraatfabrikant op welke grond dan ook wordt aangesproken door de Wederpartij en de Substraatfabrikant zich als gevolg daarvan genoodzaakt ziet een expert in te schakelen ter vaststelling van de feiten waarop de Wederpartij haar aanspraak baseert, is de Wederpartij gehouden de door deze expert aan de Substraatfabrikant in rekening gebrachte kosten aan de Substraatfabrikant te vergoeden indien en voor zover de aanspraak of aanspraken van de Wederpartij, al dan niet na een beroep op de Algemene Voorwaarden, onterecht blijkt te zijn geweest, ter voorkoming van een eventuele procedure. Nadat het onderzoek van de expert is afgerond, heeft de Wederpartij 7 dagen de tijd om een eventuele claim in te dienen.

7.6 Betalingen door of vanwege de Wederpartij strekken achtereenvolgens ter voldoening van de door hem verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten, de gerechtelijke kosten, de door hem verschuldigde renten en daarna in volgorde van ouderdom de openstaande hoofdsommen, ongeacht andersluidende aanwijzing van de Wederpartij.

7.7 De Wederpartij kan slechts schriftelijk bezwaar maken tegen de factuur binnen 14 dagen na factuurdatum.

ARTIKEL 8 – EIGENDOMSVOORBEHOUD EN VERPANDING

8.1 De door de Substraatfabrikant geleverde zaken blijven het eigendom van de Substraatfabrikant totdat de Wederpartij alle navolgende verplichtingen uit alle met de Substraatfabrikant gesloten koopovereenkomsten is nagekomen:

  • de tegenprestatie(s) met betrekking tot geleverde of te leveren zaak/zaken zelf;
  • de tegenprestatie(s) met betrekking tot krachtens de koopovereenkomst(en) door de Substraatfabrikant verrichtte of te verrichten diensten;
  • eventuele vorderingen wegens niet-nakoming door de Wederpartij van deze overeenkomst(en).

8.2. De goederenrechtelijke gevolgen van een voor uitvoer bestemde zaak worden beheerst door het recht van het land van bestemming van de betreffende zaak, indien het eigendomsvoorbehoud op grond van het recht van het bestemmingsland niet zijn werking verliest totdat de volledige prijs is betaald, tenzij de Substraatfabrikant anders bepaalt.

8.3. Door de Substraatfabrikant afgeleverde zaken, die krachtens lid 1 onder het eigendomsvoorbehoud vallen, mogen slechts in het kader van een normale bedrijfsuitoefening worden doorverkocht. Overigens is de Wederpartij niet bevoegd de zaken te verpanden of hier enig ander recht op te vestigen.

8.4. Op afgeleverde zaken die door betaling in eigendom van de Wederpartij zijn overgegaan en zich nog in handen van de Wederpartij bevinden, behoudt de Substraatfabrikant zich hierbij reeds nu voor alsdan de pandrechten voor als bedoeld in art. 3:237 BW tot meerdere zekerheid van vorderingen, anders dan de in lid 1 van dit artikel genoemde, die de Substraatfabrikant uit welke hoofde dan ook tegen de Wederpartij mocht hebben. De in dit lid opgenomen bevoegdheid geldt eveneens ten aanzien van door de Substraatfabrikant geleverde zaken welke door de Wederpartij zijn bewerkt of verwerkt, waardoor de Substraatfabrikant haar eigendomsvoorbehoud heeft verloren.

8.5. Indien de Wederpartij zijn verplichtingen niet nakomt of er gegronde vrees bestaat dat hij zulks niet zal doen is de Substraatfabrikant gerechtigd afgeleverde zaken waarop het in lid 1 bedoelde eigendomsvoorbehoud rust bij de Wederpartij of derden die de zaak voor de Wederpartij houden weg te halen of weg te doen halen. De Wederpartij is verplicht hiertoe alle medewerking te verschaffen op straffe van een boete van 10% van het door hem verschuldigde per dag.

8.6. Indien derden enig recht op de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken willen vestigen of doen gelden, is de Wederpartij verplicht de Substraatfabrikant zo snel als redelijkerwijs verwacht mag worden op de hoogte te stellen.

8.7. De Wederpartij verplicht zich op eerste verzoek van de Substraatfabrikant

  • de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken te verzekeren en verzekerd te houden tegen brand-, ontploffings- en waterschade en tegen diefstal en de polis van deze verzekering ter inzage te geven;
  • alle aanspraken van de Wederpartij op verzekeraars met betrekking tot de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken te verpanden aan de Substraatfabrikant op de manier die wordt voorgeschreven in art. 3:239 BW;
  • de vorderingen die de Wederpartij verkrijgt jegens zijn afnemers bij het doorverkopen van onder eigendomsvoorbehoud door de Substraatfabrikant geleverde zaken te verpanden aan de Substraatfabrikant op de manier die wordt voorgeschreven in art. 3:239 BW;
  • de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken te merken als het eigendom van de Substraatfabrikant;
  • op andere manieren medewerking te verlenen aan alle redelijke maatregelen die de Substraatfabrikant ter bescherming van haar eigendomsrecht met betrekking tot de zaken wil treffen en welke de Wederpartij niet onredelijk hinderen in de normale uitoefening van haar bedrijf.

ARTIKEL 9 – ZEKERHEID

9.1 Door het van toepassing worden van deze Algemene Voorwaarden heeft de Wederpartij zich jegens de Substraatfabrikant verbonden om voor alle bestaande en alle toekomstige vorderingen van de Substraatfabrikant op de Wederpartij, uit welke hoofde ook, op eerste verzoek van de Substraatfabrikant, ten genoegen van de Substraatfabrikant, (aanvullende) zekerheid te stellen. Deze dient steeds zodanig te zijn, en daartoe zo nodig door de Wederpartij ten genoegen van de Substraatfabrikant te worden vervangen en/of aangevuld, dat de Substraatfabrikant doorlopend genoegzame en voldoende zekerheid heeft. Zolang de Wederpartij daaraan niet voldaan heeft, is de Substraatfabrikant gerechtigd nakoming van zijn verplichtingen op te schorten. 9.2 Indien de Wederpartij aan een verzoek als bedoeld in lid 1 niet binnen 14 dagen na een daartoe strekkende schriftelijke aanmaning gevolg heeft gegeven, worden al haar verplichtingen direct opeisbaar.

ARTIKEL 10 – KLACHTEN, ONDERZOEKSPLICHT, VERJARING EN NAKOMING 10.1 De Wederpartij heeft de verplichting bij aflevering en uiterlijk binnen 24 uur na aflevering (indien niet anders mogelijk steekproefsgewijs) te onderzoeken of hetgeen is afgeleverd aan de overeenkomst beantwoordt, te weten:

  • of de juiste zaken zijn geleverd;
  • of de afgeleverde zaken wat betreft kwantiteit (bijvoorbeeld het aantal en de hoeveelheid) beantwoorden aan de overeenkomst;
  • of de afgeleverde zaken voldoen aan de overeengekomen kwaliteitseisen of – indien deze ontbreken – aan de eisen die gesteld mogen worden voor een normaal gebruik en/of handelsdoeleinden;

Is dit niet het geval en doet de Wederpartij daarvan niet binnen acht dagen schriftelijk mededeling aan de Substraatfabrikant dan verliest de Wederpartij alle rechten terzake tekortkoming in de nakoming verband houdende met het niet beantwoorden van hetgeen is afgeleverd aan de overeenkomst. Ontvangt de Substraatfabrikant niet binnen acht dagen een schriftelijke mededeling dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, dan wordt tussen partijen als bewezen geacht dat hetgeen is afgeleverd aan de overeenkomst beantwoordt.

10.2 Vorderingen en verweren, gegrond op feiten en / of stellingen inhoudende dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, verjaren door verloop van één jaar na het moment van aflevering. Vorderingsrechten van de Wederpartij vervallen 1,5 jaar na het moment van aflevering.

10.3 Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst dan is de Substraatfabrikant te zijner keuze slechts gehouden tot aflevering van het ontbrekende, herstel van de afgeleverde zaak of vervanging van de afgeleverde zaak. 10.4 Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op het verrichten van diensten, met dien verstande dat zowel de in lid 1 genoemde termijn van één dag na aflevering als de in lid 1 genoemde termijn van acht dagen in geval van diensten één maand na voltooiing van de dienstverlening betreft.

ARTIKEL 11 – GETALLEN, MATEN, GEWICHTEN EN VERDERE GEGEVENS 11.1 Geringe afwijkingen ten aanzien van opgegeven maten, gewichten, getallen, kleuren en andere dergelijke gegevens gelden niet als tekortkomingen. 11.2 Van een geringe afwijking is sprake in geval van een marge van maximaal 10% meer of minder dan de opgegeven specificatie. Getoonde of verstrekte monsters gelden slechts ter aanduiding.

11.3 Getoonde of verstrekte monsters gelden slechts ter aanduiding, zonder dat een zaak die onderwerp is van een overeenkomst tot verkoop of dienstverlening, daaraan behoeft te beantwoorden.

11.4 De te leveren substraten voldoen aan de kwaliteitseisen of normen die worden gesteld door de Nederlandse wet- en regelgeving. Voor zover de in Nederland geleverde zaken buiten Nederland zullen worden gebruikt, is de Wederpartij er verantwoordelijk voor dat de te leveren substraten voldoen aan de kwaliteitseisen of normen die worden gesteld in het betreffende land, tenzij anders is overeengekomen.

Ook alle andere kwaliteitseisen die door de Wederpartij aan de te leveren zaken worden gesteld en welke afwijken van de normale eisen, dienen bij het sluiten van de koopovereenkomst door de Wederpartij nadrukkelijk te worden gemeld.

ARTIKEL 12 – EMBALLAGE

1. De Wederpartij is verplicht leenemballage binnen de bij de overeenkomst bepaalde termijn of, indien een dergelijke termijn ontbreekt, op verzoek van de Substraatfabrikant binnen een redelijke termijn leeg en in onbeschadigde staat te retourneren. Indien de Wederpartij zijn verplichtingen met betrekking tot de leenemballage niet nakomt zijn alle kosten die hieruit voortvloeien voor zijn rekening. Dergelijke kosten zijn o.a. de kosten voortvloeiende uit te late retourzending en kosten van vervanging, herstel of reiniging.

2. Indien de Wederpartij leenemballage na een aanmaning niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn retour zendt, is de Substraatfabrikant gerechtigd tot vervanging van de betreffende leenemballage over te gaan en de kosten daarvan in rekening te brengen, mits de Substraatfabrikant deze stappen in zijn aanmaning heeft aangekondigd.

ARTIKEL 13 – NIET-NAKOMING

13.1 De vorderingen van Substraatfabrikant op de Wederpartij zijn onmiddellijk opeisbaar indien:

  • na het sluiten van de overeenkomst aan Substraatfabrikant ter kennis gekomen omstandigheden goede grond geven te vrezen dat de Wederpartij niet aan haar verplichtingen zal voldoen;
  • Substraatfabrikant de Wederpartij heeft verzocht zekerheid te stellen voor de nakoming en deze zekerheid binnen de gestelde termijn uitblijft dan wel onvoldoende is.
  • de Wederpartij in staat van faillissement wordt verklaard, een verzoek tot surseance van betaling indient, om toepassing van de schuldsanering natuurlijke personen verzoekt, geconfronteerd wordt met een beslag op het geheel of een gedeelte van zijn eigendom.

In de genoemde gevallen is Substraatfabrikant bevoegd de verdere uitvoering van de overeenkomst op te schorten, dan wel de overeenkomst te ontbinden, één en ander onverminderd het recht om schadevergoeding te vorderen.

13.2 Indien zich omstandigheden voordoen met betrekking tot personen en/of materiaal waarvan Substraatfabrikant zich bij de uitvoering van de overeenkomst bedient of zich pleegt te bedienen, welke van dien aard zijn dat de uitvoering van de overeenkomst onmogelijk dan wel dermate bezwaarlijk en/of onevenredig kostbaar wordt, dat nakoming van de verplichting onder de overeenkomst in redelijkheid niet meer kan worden gevergd, is de Substraatfabrikant bevoegd de overeenkomst te ontbinden.

13.3 Onder overmacht wordt verstaan omstandigheden die de nakoming van de verbintenis verhinderen, en die niet aan de Substraatfabrikant zijn toe te rekenen.

Hieronder zullen (indien en voor zover deze omstandigheden de nakoming onmogelijk maken of onredelijk bemoeilijken) mede zijn begrepen: brand, stakingen in andere bedrijven dan die van de Substraatfabrikant, wilde stakingen of politieke stakingen in het bedrijf van de Substraatfabrikant; een algemeen gebrek aan benodigde grondstoffen en andere voor het totstandbrengen van de overeengekomen prestatie benodigde zaken of diensten; epidemieën of pandemieën mogelijke kwaliteitsproblemen bij de Substraatfabrikant of toeleverancier van de Substraatfabrikant, niet voorzienbare stagnatie bij toeleveranciers of andere derden waarvan de Substraatfabrikant afhankelijk is en algemene vervoersproblemen.

13.4 De Substraatfabrikant heeft ook het recht zich op overmacht te beroepen, indien de omstandigheid die (verdere) nakoming verhindert intreedt nadat de Substraatfabrikant haar verbintenis had moeten nakomen.

13.5 Tijdens overmacht worden de leverings- en andere verplichtingen van de Substraatfabrikant opgeschort. Indien de periode waarin door overmacht nakoming van de verplichtingen door de Substraatfabrikant niet mogelijk is langer duurt dan 48 uur zijn beide partijen bevoegd de overeenkomst te ontbinden zonder dat er in dat geval een verplichting tot schadevergoeding bestaat.

13.6 Indien de Substraatfabrikant bij het intreden van de overmacht al gedeeltelijk aan zijn verplichtingen heeft voldaan, of slechts gedeeltelijk aan zijn verplichtingen kan voldoen, is hij gerechtigd het reeds geleverde c.q. het leverbare deel afzonderlijk te factureren en is de Wederpartij gehouden deze factuur te voldoen als betrof het een afzonderlijk contract. Dit geldt echter niet als het reeds geleverde c.q. leverbare deel geen zelfstandige waarde heeft.

ARTIKEL 14 – AANSPRAKELIJKHEID EN SCHADEVERGOEDING 14.1 De Substraatfabrikant spant zich ter zake van de levering van substraat in om substraat te leveren dat, vrij is van voor mensen, dieren of planten schadelijke hoeveelheden organismen. De groeimedia, in het bijzonder de organische groeimedia en hun bestanddelen, bevatten een breed scala aan nuttige micro-organismen die essentieel zijn voor de functionaliteit ervan. Daarom zijn ze niet steriel en kan het optreden van alomtegenwoordige menselijke pathogenen niet worden uitgesloten. Micro-organismen kunnen inheems zijn of groeimedia koloniseren tijdens opslag of teelt, afhankelijk van het seizoen en de teeltomstandigheden. Veruit het grootste percentage van alle groeimedia bevat hoge percentages organische stoffen die van nature worden blootgesteld aan microbiële afbraak door middel van schimmels, bacteriën, actinomyceten en andere organismen. Saprofytische organismen kunnen in kleine aantallen in groeimedia aanwezig zijn. De toevoeging van voedingsstoffen en kalk kan de groei van saprofytische organismen bevorderen. De aanwezigheid van saprofytische organismen en de gevolgen daarvan, zoals schimmels, brengt daarom geen non-conformiteit van het substraat met zich mede.

De aansprakelijkheid van de Substraatfabrikant is uitgesloten indien de schade is ontstaan:

a) door ondeskundig gebruik of gebruik in strijd met de bestemming van het geleverde of de door of namens de Substraatfabrikant verstrekte instructies, (teelt)adviezen, gebruiksaanwijzingen en dergelijke;

b) doordat het substraat onbruikbaar is geraakt door schimmels, of enige microbiologische activiteit of organische werking anderszins;

c) door alomtegenwoordige kolonisatie van micro-organismen, alsmede door een alomtegenwoordige aanwezigheid van saprofytische organismen;

d) door ondeskundig bewaring (opslag) van het geleverde substraat;

e) door fouten of onvolledigheden in de door of namens de Wederpartij aan de Substraatfabrikant verstrekte of voorgeschreven gegevens, bescheiden of materialen;

f) door aanwijzingen of instructie van of namens de Wederpartij;

g) doordat de Wederpartij de Substraatfabrikant heeft verzocht, buiten de standaard range van de Substraatfabrikant om, componenten (al dan niet door de Substraatfabrikant bewerkt), toe te voegen aan en / of door te mengen in het substraat;

h) doordat door of namens de Wederpartij overige werkzaamheden, verwerkingen, bewerkingen en / of aanpassingen aan het geleverde (waaronder ook het drogen van de kweekmedia) zijn uitgevoerd, zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de Substraatfabrikant.

14.2 Iedere vorm van mondeling of schriftelijk advies door de Substraatfabrikant wordt gegeven vanuit de best beschikbare kennis en is gebaseerd op de ervaring van de Substraatfabrikant.

14.3 Indien de Substraatfabrikant toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van enige op haar rustende verplichting of jegens de Wederpartij of jegens de Wederpartij een onrechtmatige daad heeft gepleegd, is de Substraatfabrikant jegens de Wederpartij voor door deze in verband daarmee geleden schade slechts aansprakelijk indien de Wederpartij bewijst dat deze schade is te wijten aan de opzet of grove schuld van de Substraatfabrikant dan wel diens leidinggevende ondergeschikten.

14.4 Indien aansprakelijkheid van de Substraatfabrikant onder artikel 14.3 moet worden aangenomen, is de aansprakelijkheid beperkt tot maximaal het bedrag van de koopsom (exclusief BTW). Als de overeenkomst bestaat uit deelleveringen, is de verplichting tot schadevergoeding beperkt tot maximaal de koopsom van de betreffende deellevering. De aansprakelijkheid van De Substraatfabrikant voor indirecte schade, zoals, maar uitdrukkelijk niet beperkt tot; (groei)schade aan gewassen, bedrijfsschade, stagnatieschade, personen- of letselschade, gederfde winst en gederfde omzet, is uitgesloten.

14.5 Niettegenstaande het voorgaande, zal de totale aansprakelijkheid van de Substraatfabrikant beperkt zijn tot het bedrag van de door de verzekeraar gedane uitkering verhoogd met het eigen risico van de Substraatfabrikant. Op verzoek van de Wederpartij zal de Substraatfabrikant een kopie van haar bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering verstrekken.

14.6 De Wederpartij vrijwaart de Substraatfabrikant en de door deze bij de uitvoering van haar verplichtingen ingeschakelde (hulp)personen tegen alle aanspraken van derden uit hoofde van door deze derden geleden schade voortvloeiende uit of samenhangend met de uitvoering door de Substraatfabrikant van de overeenkomst en / of de levering van het substraat, tenzij sprake is van opzet of grove schuld aan de kant van de Substraatfabrikant en / of de door deze bij de uitvoering van de overeenkomst ingeschakelde (hulp)personen. Bij opzet of grove schuld aan de kant van de Substraatfabrikant en / of de door deze bij de uitvoering van de overeenkomst ingeschakelde (hulp)personen, vrijwaart de Wederpartij de Substraatfabrikant en / of de ingeschakelde (hulp)personen tegen bedoelde aanspraken voor het gedeelte dat het bedrag van de door de aansprakelijkheidsverzekeraar van de Substraatfabrikant gedane uitkering, verhoogd met het eigen risico van de Substraatfabrikant, te boven gaat.

14.7 Het recht van de Wederpartij om bij een toerekenbare tekortkoming van de Substraatfabrikant de overeenkomst met de Substraatfabrikant geheel of gedeeltelijk te ontbinden is uitgesloten.

ARTIKEL 15 – TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTER 15.1 Op alle rechtsbetrekkingen, zowel nationaal als internationaal, tussen de Substraatfabrikant en de Wederpartij is Nederlands recht van toepassing. De toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag 1980 (CISG) is uitgesloten. 15.2 In afwijking van alle niet dwingend rechtelijke op de rechtsbetrekking tussen de Substraatfabrikant en de Wederpartij van toepassing zijnde bepalingen, worden alle geschillen tussen de Substraatfabrikant en de Wederpartij bij uitsluiting van andere rechters voorgelegd aan de absoluut bevoegde Nederlandse gerechtelijk instantie. In afwijking van alle niet dwingend rechtelijke bepalingen tussen partijen is met uitsluiting van alle overige gerechtelijke instanties relatief bevoegd de rechter van de plaats van vestiging van de Substraatfabrikant. De Substraatfabrikant is evenwel bevoegd indien hij als eiser of verzoeker een procedure start, een andere relatief bevoegde gerechtelijke instantie aan te zoeken.

ARTIKEL 16 – CONVERSIE

Indien en voor zover wegens strijd met het toepasselijk recht op enige bepaling of een deel op enige bepaling in deze Algemene Voorwaarden geen beroep kan worden gedaan, dan komt aan die bepaling de betekenis toe die qua inhoud en strekking zoveel mogelijk overeenstemt met hetgeen bij het opstellen van de betreffende (deel)bepaling is beoogd, zodat daarop door partijen alsnog een beroep kan worden gedaan.

ARTIKEL 17 – NEDERLANDSE TEKST PREVALEERT

Deze Algemene Voorwaarden zijn opgesteld teneinde te worden gebruikt in nationale en internationale overeenkomsten. In het kader daarvan zullen deze Algemene Voorwaarden ook worden vertaald vanuit het Nederlands naar andere talen. Indien partijen van mening verschillen over de uitleg van een niet Nederlandse versie van deze Algemene Voorwaarden, dan prevaleert de Nederlandse tekst van deze Algemene Verkoopvoorwaarden boven een vertalingen of vertalingen daarvan.

ARTIKEL 18 – WIJZIGING VAN DE VOORWAARDEN

18.1 De Substraatfabrikant heeft het recht deze Algemene Voorwaarden eenzijdig te wijzigen met inachtneming van de eisen van redelijkheid en billijkheid. Wijzigingen zullen ook gelden ten aanzien van reeds afgesloten overeenkomsten voor zover het verbintenis(sen) betreft uit de overeenkomst waartoe de Substraatfabrikant zich heeft verbonden en welke nog niet geheel of gedeeltelijk zijn nagekomen.

18.2 De Substraatfabrikant zal de Wederpartij per e-mail op de hoogte stellen van de wijzigingen. De gewijzigde Algemene Voorwaarden zullen na 30 dagen nadat de Wederpartij op de hoogte is gesteld van de wijzigingen van kracht zijn.

18.3 Indien de Wederpartij niet akkoord gaat met de aangekondigde wijzigingen, heeft de Wederpartij het recht de overeenkomst te ontbinden.